1

Informatie

Grijsvoet Eekhoorn
Latijnse Naam: Heliosciurus gambianus.

De familie omvat een grote groep, en in verschillende leefgebieden voorkomende soorten. Zo zijn er boom- en bodembewoners en soorten die in of bij het water leven. Het zijn overwegend levendige, goed klimmende en/of springende roofdieren. Velen zijn in de schemer en in de nacht aktief. Naast de grootte van het verblijf is ook de inrichting van het verblijf van het grootste belang. Marterachtigen hebben namelijk een sterke band met hun omgeving.

Benodigde ruimte

Kleine eekhoorns, zoals b.v. de gestreepte grondeekhoorns hebben een verblijf nodig dat minimaal 1 m2 grondoppervlakte heeft. Dit bij een hoogte van 1,5 m. voor een koppel. Grotere soorten zoals de rode eekhoorn, de vliegende eekhoorn, de siesel en de Afrikaanse eekhoorns vragen verblijven die voor twee dieren niet kleiner zijn dan 3 m2 (bij klimmende soorten kooihoogte van 2 m.). De grote soorten zoals de reuzeneekhoorn hebben verblijven van minimaal 4 m2 grondoppervlakte nodig (per 2 dieren). Het is aan te bevelen dat de dieren over buitenverblijven kunnen beschikken. Prairiehonden en marmotten dienen in buitenverblijven gehouden te worden, die voor een kleine groep niet kleiner dan 20 m2 mogen zijn.

Klimaat

Winterharde soorten zoals de rode eekhoorn, de vliegende eekhoorn, prairiehond en marmot kunnen het gehele jaar in buitenverblijven gehouden worden. Tropische soorten zoals de prevost eekhoorn, reuzeneekhoorn etc. moeten zeker in de winter binnen gehouden worden. De temperatuur mag daar niet onder de 18 graden geraken.

Inrichting van het verblijf

Voor in bomen levende soorten dienen de verblijven met veel takken en klimgerei voorzien te zijn. Er moeten slaapholen en -nesten aangeboden worden. Marmotten, prairiehonden en andere grondeekhoorns hebben verblijven nodig met een natuurlijke bodem of een diepe zandbodem waarin zij zich kunnen ingraven.

Sociaal gedrag

De meeste grondeekhoorns vormen families en kolonies. De meeste boomeekhoorns leven solitair of hooguit koppelsgewijs.

Voeding

De meeste eekhoorns voeden zich plantaardig. Af en toe nemen zij ook dierlijk eiwit aan. Men dient ervoor te zorgen dat regelmatig takken en ander hard materiaal om te knagen aanwezig is, zodat de snijtanden afgeslepen kunnen worden.

Vangst en transport

Eekhoorns worden gewoonlijk afzonderlijk vervoerd. Het vangen gebeurd met de hand of met een schepnet. De transportkisten moeten van een degelijk materiaal zijn, zodat de dieren zich er niet doorheen kunnen knagen tijdens het transport.