1

Het kweken met Elaphe guttata

Danny van Dorp

Voorweg 153 B

2716 NJ Zoetermeer

https://home.wanadoo.nl/d.vandorp

Inleiding

Dit artikel gaat over het paringsrijp maken van en het kweken met Elaphe guttata. Het artikel is vooral bedoeld voor de beginnende kweker, die bovendien wil kweken met jonge dieren. Naast het kweken wordt ook het voeren van jonge slangen behandeld en wat een goede manier is voor het houden van een winterslaap.

Bij elkaar of niet

Tijdens een gesprek met twee leden van een slangengroep (https://groups.yahoo.com/group/Slangen/) over het kweken met E. guttata heb ik gevraagd wat beter is om te doen. Een man bij de vrouw introduceren of andersom. Ik heb hierover gesproken met Monique en Mariska. Beiden houden er een andere mening op na maar hebben beiden uitstekende kweekresultaten gehad.

Mariska heeft altijd alle vruchtbare slangen bij elkaar gehad. Komend seizoen gaat ze echter wat gerichter kweken. Ze zet daarbij haar twee Missing Black vrouwen (waaronder één heterozygoot voor Snowcorn) bij een Snowcorn mannetje. Haar Wildkleur en haar Gestreepte vrouw zet ze bij een Motley man. Misschien dat een van de Missing Black vrouwen (heterozygoot voor Snow) nog te jong is om te paren. Dat vrouwtje is toch al zo`n 110 cm lang en weegt al 350 gram wat voor een jaarling al best veel is. Maar als ze er nog niet aan toe zijn dan zijn vrouwtjes ook niet toegankelijk.

Monique zet de man altijd bij de vrouw. De vrouw blijft bij haar altijd in haar eigen bak, want als de vrouw haar eieren aanmaakt blijft ze daardoor in haar oude vertrouwde omgeving waardoor ze weinig of geen stress zal ervaren.

Mariska is er daarentegen een voorstander van de vrouw bij de man te doen. Slangen hebben van nature een nieuwsgierig karakter en het zou kunnen dat wanneer je de man bij de vrouw zet hij door het onderzoeken van de bak de interesse verliest in de vrouw.

Het bij elkaar laten van bijna geslachtsrijpe slangen wordt in principe afgeraden. Een reden van het uit elkaar zetten is dat je de nieuwsgierigheid naar elkaar wil voeden. Wanneer slangen altijd al bij elkaar zitten kunnen ze aan elkaar gewend zijn en niet meer paringsbereid raken. Ook is de controle goed in de hand te houden en weet je wanneer je eieren kan verwachten als je de dieren bij elkaar doet na een periode van gescheiden leven. Vaak als een vrouw en man paringsbereid zijn kan je al een half uur na het bij elkaar plaatsen een paring waarnemen.

Besluit je de dieren niet uit elkaar te houden dan blijft het natuurlijk toch zo dat wanneer een E. guttata eraan toe is de paring toch wel volgt, dat zit nu eenmaal in de natuur.

Of je de man bij de vrouw moet doen of andersom hangt van het oordeel van jezelf af, beide methodes hebben voor-, en nadelen en beide methodes hebben uitstekende resultaten opgeleverd.

Winterslaap en wat te doen

Een plotselinge overgang van warm naar koud en van koud naar donker kan zeer stressgevoelig zijn voor een slang. Daarbij ook nog eens erg gevaarlijk wanneer je niet hebt gezorgd voor een periode van een maand waarin de slang haar maag en darmen leeg kan maken. Voorafgaand aan deze periode voer je de slangen eerst extra veel, zodat ze aardig wat grammetjes bijkomen. Het leegmaken van de maag en darmen is noodzakelijk want als er nog voedselresten in de slang zitten aan het begin van de winterslaap gaan die rotten en hieraan zal de slang waarschijnlijk overlijden.

Het kweekkoppel E. guttata moet beide ca. 300 gram minimaal wegen om in de winterslaap te kunnen gaan voor een serieuze kweekpoging. Vooral voor het mannetje is de winterslaap erg belangrijk om zijn zaadcellen vruchtbaar te maken. Nadat men twee weken geen ontlasting meer heeft gevonden kan men de lichten uit doen en de slangen op kamertemperatuur houden. Dit is om te zorgen dat de maag leeg is. Je kan de slangen dan nog een week of twee op kamertemperatuur in hun eigen bak laten zitten. Dit dan wel zonder de lampen aan. Na deze periode kunnen ze echt in de winterslaap. De temperatuur tijdens een winterslaap ligt tussen de 5°C en de 15°C, het is donker en de dieren worden niet gestoord. Eens per week het drinkwater verschonen is echt het maximale aan aandacht dat de dieren mogen krijgen. Het beste is een plek voor de winterslaap op een niet gebruikte zolder of in een kelder waar niemand komt. Wel is het zaak dat je de dieren in de gaten houdt, dit doe je tijdens het water verversen. Zodra je bij een van je dieren de ruggengraat gaat zien haal je deze uit de winterslaap en start je het opwarmen zoals hieronder beschreven. Het is wel belangrijk dat je ze na vier weken even weegt. Ze mogen best 25 gram afgevallen zijn maar zeker geen 75 of 100. De slang die je uit de winterslaap haalt omdat ze te veel afvalt doe je natuurlijk niet meer terug in de winterslaap.

E. guttata paart ook wel zonder winterslaap, maar dan is de kans op bevruchte eieren heel klein.

Door de dieren een winterslaap te geven krijgen ze ook een stukje rust. Ook al ben je niet van plan om de dieren te laten paren dan nog is een winterslaap goed voor het dier. Let er dus wel op dat de dieren aan het gewicht van 300 gram zitten aangezien een winterslaap wel wat van hun reserves vergt. Het beste is om met een winterslaap te beginnen wanneer het dier tussen de 2 en 3 jaar oud is.

Na de winterslaap van ongeveer 6 à 7 weken breng je de slang langzaam weer op temperatuur. Dit doe je door de slang eerst een week op kamertemperatuur te gaan houden, maar dan zonder de lampen aan. Na die week kan je de lampen aan doen voor een uur of 5 en kan je ze na een dag of drie een kleine prooi proberen te voeren, vaak is dit een springer of fuzzy rat. Na een week kan je de lampen 5 uur aan doen en dan om de drie dagen de lampen met 2 uur langer aan laten net zo lang tot de lampen weer op het normale niveau branden.

Zodra de slang haar eerste ontlasting heeft gehad kan je weer beginnen met normale prooien, en dan mogen ze best wel stevig gevoerd worden. Zeker het vrouwtje mag wat meer of wat grotere dieren krijgen na haar eerste ontlasting, zij is namelijk degene die het zwaarste werk te verduren krijgt. Nadat ze beide verveld zijn en goed eten kunnen ze bij elkaar.

Gang van zaken, Voor, Tijdens en na het paren

Wanneer je wilt kweken dan zijn januari en februari de meest gunstige maanden om de man bij de vrouw te doen, of andersom maar dat mag je zelf bepalen. Zoals je hierboven hebt kunnen lezen zijn er voor en nadelen aan allebei de mogelijkheden dus dat is geheel ter eigen invulling. Persoonlijk heb ik nog geen idee wat ik zou doen, misschien de vrouw bij de man als ik meerdere vrouwen heb en deze door verschillende mannen wil laten bevruchten, misschien andersom.

Zaak is wel dat je zodra je de slangen bij elkaar doet een en ander goed in de gaten houdt. Het is belangrijk dat je opschrijft wanneer ze precies paren, dit heb je namelijk nodig om een en ander uit te rekenen. Vaak zul je meemaken dat ze na het bij elkaar zetten al binnen een half uur gaan paren. Laat ze bij elkaar. Hoe meer paringen hoe meer de kans dat alle eieren bevrucht zijn. Als de vrouw genoeg heeft gepaard gaat ze zich terug trekken en zie je vaak dat ze opgerold gaat liggen en het mannetje niet in haar buurt wil hebben. Dat is het moment om het mannetje weg te halen. Voer de vrouw zo veel ze maar lust en strooi kalk over de muis zodat ze extra kalk krijgt voor goede sterke eieren.

Wat uitgerekend kan worden, als je het moment van de paring weet, is wanneer je het vrouwtje absolute rust moet gaan geven, wanneer je de nestbak in het hok zet en wanneer je vrouwtje zal gaan vervellen.

De paring gebeurt doordat het mannetje het vrouwtje zal verleiden door om haar heen te gaan liggen en dan voor het oog kleine schokjes te geven en door over en om het vrouwtje te schuiven. Na de paring zal je meestal nog wel een restje sperma vinden. Dit kan je herkennen door aan elkaar geklonterd substraat zonder uitwerpselen of kleur. Soms zijn mannen erg ruw en dan kan een paring soms een beetje bloederig zijn, dit is niets om je zorgen over te maken, vaak zijn de eieren van een agressief man beter bevrucht en zijn de jongen sterker dus in feite is het zelfs wenselijk dat je een beetje ruwe sterke man hebt. Dit is overigens meer uitzondering dan regel vaak gaat het er heel vreedzaam aan toe. Na de paring kan je het beste het vrouwtje alleen nog maar voeren en verder met rust laten. Het kan zijn dat een vrouwtje tijdens de zwangerschap helemaal stopt met eten, dit kan gebeuren en er is niets aan de hand, sommige eten wel en sommige niet.

Wanneer een vrouwtje gepaard heeft en ongeveer twee maanden verder is dan zal ze gaan vervellen. Dit is een teken dat ze eieren zal gaan leggen. Na vier of vijf dagen na de vervelling moet dus de legbak in haar terrarium gezet worden, dit kan ook eerder, maar wel na de vervelling. De legbak kan bestaan uit een plastic doosje met een deksel met een gat erin, in de bak zit vochtig zaagsel, niet drijfnat maar wel goed vochtig. Hier zal het vrouwtje haar eieren in kwijt willen want ze weten zelf ook dat het broedsel snel uitdroogt als ze in de open lucht gelegd worden.

Vanaf het moment dat je de legbak in het terrarium zet kan je het beste er helemaal niet meer bij komen, hoe meer je er bij komt hoe groter de kans op stress en daardoor kan de slang legnood krijgen en dat is iets wat je ten alle tijden wil voorkomen. Na de tiende dag kan je ‘s avonds voorzichtig kijken of het vrouwtje al eieren heeft gelegd. Het beste is om na de elfde dag de eieren te rapen en in de broedstoof te leggen. De slang blijft waarschijnlijk in het legbakje liggen omdat ze moe is. Je moet voorzichtig het zaagsel weghalen en zonder de slang gestresst te maken het beest in haar terrarium doen. Haal al het zaagsel weg en maak alvast een bakje met vochtig, handwarm vermiculiet klaar. Pak de eieren zoals ze gelegd zijn (niet laten kantelen) en leg ze in het bakje vermiculiet en daarna in de broedmachine

De eieren in de broedstoof mag je om de dag luchten maar om de week kan ook. Dus even de schuifruit open (1 à 2 minuten) en weer dicht. 1 keer per week schud je het water op het deksel van het bakje vermiculiet eraf zodat het niet op de eieren valt. Zorg wel dat de eieren niet indrogen, dit zou de druk op de eieren te hoog kunnen laten worden waardoor de embryo’s zullen afsterven. Hou het vermiculiet vochtig door er zo nu en dan voorzichtig wat water bij te gieten wanneer de eieren er wat ingevallen uitzien. Verwarm de broedstoof tot ca. 28°C. Na ca. 64 dagen komt het legsel uit. Zorg dat tegen die tijd het deksel van de bak met vermiculiet vast zit zodat de slangetjes er niet uit kunnen. Haal de eerste slangetjes er niet meteen uit. Ze kruipen over de andere eieren waardoor die slangetjes weten dat ze eruit moeten.

Als je geen tweede ronde wil moet je het mannetje nog zeker een maand of 2 à 3 apart houden. Maar zelfs dan heb je de kans dat de vrouw toch zelf een tweede legsel aanmaakt met opgeslagen zaad. De kans dat een tweede legsel onbevrucht is, is misschien wel wat groter. Gezonde eieren zijn goed te herkennen, deze zijn wit, onbevruchte zijn geel of bruin en raken vaak beschimmeld.

Stress tijdens de paartijd

Als een vrouw te veel stress krijgt heb je weer kans op legnood. Een vriend van me heeft zelfs eens meegemaakt dat de vrouw het sperma gewoon opsloeg en pas een half jaar daarna eieren ging leggen, totaal onverwacht maar ook erg gevaarlijk. En dat alleen maar door stress. Een mannetje kan wel stress hebben in paartijd maar met een vrouw moet je echt voorzichtig zijn.

Het voeren van jonge slangen

Jonge E. guttata kunnen makkelijk twee keer per week gevoerd worden, tot ze een jaar oud zijn. En met twee keer per week wordt dan bedoeld op woensdag en zaterdag of op dinsdag en vrijdag. Welke dagen precies maakt niet uit, als het maar twee keer in de zeven dagen is. Als de dieren een jaar oud zijn is het goed om over te gaan op één keer per week voeren. Het twee keer per week voeren wanneer de slangen jong zijn zal de groei enorm bespoedigen en zal zorgen voor mooie stevige volwassen dieren die hun eerste paring goed kunnen doorstaan. Door het twee maal in de week voeren zal de jonge E. guttata regelmatig vervellen. Dit vervellen zal om de drie à vier weken gebeuren en is alleen maar een teken dat het diertje goed groeit.

Kort samengevat

1) Een koppel E. guttata moet zwaarder zijn dan 300 gram om goed een winterslaap te overleven en om sterk genoeg te zijn om daarna nog eieren te kunnen leggen.

2) Een winterslaap van zowel de man als de vrouw zijn nodig om ze goed vruchtbaar en paringsbereid te maken.

3) De temperatuur tijdens de winterslaap is onder de 15° maar boven de 5°C.

4) De lengte van de winterslaap is in totaal minimaal twee en een halve maand (een maand om de maag leeg te maken daarna anderhalve maand winterslaap).

5) Men kan na een week de slangen op kamertemperatuur te houden langzaam de lampen 2 uur per drie dagen langer aan doen.

6) Na een paar dagen kan men weer rustig aan beginnen met voeren. Eerst kleine prooi om de darmen op gang te brengen en na de eerste ontlasting lekker door gaan voeren.

7) De vrouw is al paringsbereid voor het mannetje erbij komt. Zij scheidt een geur af dat het mannetje paringsbereid maakt.

8) De winterslaap kan beginnen wanneer je wil, maar liefst rond begin oktober. In ieder geval een beetje in de wintermaanden i.v.m. de verkoop van de jongen. Beurzen zijn maar tot ca. oktober en de jongen moeten minimaal drie keer achter elkaar goed gegeten hebben voor je ze verkoopt, dus om in de juiste tijd te verkopen moet je zo rond oktober, november, uiterlijk december zitten.

Breeding of Elaphe guttata

Some notes are given on how to breed these animals. There is some discussion whether you can keep male and female together or not. Different methods are discussed, but it makes no difference which method you use, with both you can achieve good results. Hibernation is important for breeding these snakes. Each animal should have a weight of at least 300 g. Before hibernation the animals have to be fed plentiful. However they have to enter hibernation with empty stomach and guts, so at some point feeding has to be stopped (for instance October). Two weeks after the last defecation the lamps can be turned off and the snakes can be kept for another two weeks at room temperature. Now they can enter hibernation and can be kept at temperatures of between 5-15°C. A suitable place can be a cold attic or a cellar. From time to time the animals have to be checked, for instance when renewing the water. The author recommends to weigh the animals after four weeks. A slight drop in weight (25 g) is allowed, but not 75 or 100 g. In that case hibernation has to be aborted. The same holds when the spinal column becomes visible. Without complication hibernation is stopped after six or seven weeks. You can keep the animals for one week at room temperature, without turning on the lamps. Hereafter the lights can me turned on for five hours a day. After three days you can try to feed them a small prey. After a week you can increase the day-length and temperature every three days, by turning on the lights for an extra two hours, until the normal day-length is reached. After the first defecation you can start feeding normal-sized prey. Especially the females have to be fed well. E. guttata will mate without hibernation, but often the eggs are not fertilized.

For breeding the best month to put male and female together is January or February. It doesn’t make any difference which of the snakes you put with the other. Try to watch the mating and write down the date. Usually they start mating within 30 min. Leave them together until the female withdraws and coils up, then remove the male. Now feed the female until satiation. Two months after mating she will shed her skin and after four or five days you can place a nesting-box in the terrarium. This is a plastic box with a hole in the lid and filled with moist saw-dust. After some ten days you can check cautiously if she has deposited her eggs. Put them in a small box with moist vermiculite and incubate them at 28°C. The eggs will hatch after 64 days. The juveniles can be fed twice a week, until they are one year. They will shed their skin every three or four weeks.